Drink voldoende water vóór je run, en als het erg warm is, neem een klein flesje water of een soft flask mee voor onderweg. Na afloop vul je je vochtbalans weer aan met water of een sportdrank met elektrolyten.

Start met een lichte warming-up om blessures te voorkomen. Denk aan 5-10 minuten wandelen of rustig joggen, gevolgd door dynamische rekoefeningen zoals knieheffen, hakken-billen en beenzwaaien.

Begin niet te snel, anders verbrand je jezelf halverwege. Start in een comfortabel tempo en versnel eventueel na de eerste paar kilometer als je nog energie over hebt.

Adem in via je neus en uit via je mond, en probeer een ritmische ademhaling te vinden (bijvoorbeeld elke drie passen inademen en twee passen uitademen). Dit helpt om een gelijkmatig tempo vast te houden en voorkomt steken in je zij.